Intensive Care
De heterogeniteit van patiënten die op de IC worden opgenomen is zeer groot. Het is daarom niet eenvoudig om bewijs te genereren voor duidelijke richtlijnen. Bestaande richtlijnen moeten worden gezien als ondersteuning bij het nemen van beslissingen voor elke patiënt op individuele basis. ESPEN heeft onlangs de richtlijnen voor IC-patiënten bijgewerkt (Singer, et al., 2019). Elke ernstig zieke patiënt die langer dan 48 uur op de IC verblijft, loopt risico op ondervoeding. Kritiek zieke patiënten hebben vaak te maken met proteolyse en spierverlies tot wel 1kg per dag. Een hogere eiwitinname, bij voorkeur in combinatie met enige fysieke activiteit, kan nodig zijn.
Trauma en Brandwonden
In de richtlijnen voor het gebruik van glutamine op de IC is het afgelopen decennium veel veranderd. Hypothetisch zou glutamine gunstig moeten zijn voor een groot deel van de IC-patiënten. Recent bewijs heeft echter aangetoond dat het voordeel van suppletie vooral bij bepaalde patiëntengroepen wordt gezien en niet bij andere groepen.
- Bij patiënten met brandwonden (>20% lichaamsoppervlak) dienen aanvullende enterale doses glutamine (0,3-0,5 g/kg/d) gedurende 10-15 dagen te worden toegediend zodra met enterale voeding is begonnen.
- Bij kritiek zieke trauma patiënten kunnen aanvullende enterale voedingsdoses glutamine (0,2-0,3 g/kg/d) worden toegediend gedurende de eerste vijf dagen van de enterale voeding. Bij gecompliceerde wondgenezing kan het voor een langere periode van 10 tot 15 dagen worden toegediend. Suppletie met glutamine moet worden vermeden bij onstabiele en complexe IC-patiënten en mag NIET worden toegediend aan IC-patiënten die lijden aan lever- en nierfalen (Singer, et al., 2019).
Trauma en Brandwonden
In de richtlijnen voor het gebruik van glutamine op de IC is het afgelopen decennium veel veranderd. Hypothetisch zou glutamine gunstig moeten zijn voor een groot deel van de IC-patiënten. Recent bewijs heeft echter aangetoond dat het voordeel van suppletie vooral bij bepaalde patiëntengroepen wordt gezien en niet bij andere groepen.
- Bij patiënten met brandwonden (>20% lichaamsoppervlak) dienen aanvullende enterale doses glutamine (0,3-0,5 g/kg/d) gedurende 10-15 dagen te worden toegediend zodra met enterale voeding is begonnen.
- Bij kritiek zieke trauma patiënten kunnen aanvullende enterale voedingsdoses glutamine (0,2-0,3 g/kg/d) worden toegediend gedurende de eerste vijf dagen van de enterale voeding. Bij gecompliceerde wondgenezing kan het voor een langere periode van 10 tot 15 dagen worden toegediend. Suppletie met glutamine moet worden vermeden bij onstabiele en complexe IC-patiënten en mag NIET worden toegediend aan IC-patiënten die lijden aan lever- en nierfalen (Singer, et al., 2019).
Een recent onderzoek toonde een U-vormige associatie van plasma-glutamineniveaus en klinische uitkomst aan (Rodas, Rooyackers, Hebert, Norberg, & Wernerman, 2012). De meeste patiënten met zeer hoge glutamineconcentraties leden aan acuut leverfalen. Glutamine is een zeer krachtig gluconeogeen en ureogeen aminozuur. Leverfalen vermindert omzetting van ammoniak geproduceerd door het glutaminemetabolisme.
Onderzoeken bij patiënten met ernstige brandwonden hebben herhaaldelijk aangetoond dat suppletie met glutamine een gunstig effect kan hebben, aangezien infectieuze complicaties en ook sterfte worden verminderd. Dit is bevestigd door middel van meta-analyses (Zanten van, Dhaliwal, Garrel, & Heyland, 2015). Het is ook opgenomen in de ESPEN-richtlijnen voor patiënten met brandwonden (Rousseau, Losser, Ichai, & Berger, 2013).